Meissner Hangoor

 



Meissner Hangoor


Het ontstaan:

De Meissner Hangoor is een zuiver Duits ras. Fokker Leo Reck in Meiszen aan de Elbe wilde aan de eind van 1800 een hangoor fokken met de zilver factor. Dit was echter niet zo eenvoudig. De zilver factor van de Klein Zilver moest overgebracht worden naar de Hangoor. Leo Reck heeft echter zijn fok ervaring nooit prijs gegeven. Volgens de erfelijkheidsleer is het echter aan te nemen dat Reck zijn doel heeft bereikt door kruising van Franse Hangoor en Engelse Hangoor met de Klein Zilver. In 1900 toonde hij voor het eerst zijn fok produktie, een groot-zilver konijn met hangoren. Deze werd erkend in 1927 in Nederland als de Meissner Hangoor. Dertig jaar later lukte het een andere fokker om de Meissner ook in geel en bruin te fokken en nog later ook meerdere kleuren. De laatste tijd zag je de Meissner hangoor alleen nog in het zwart en soms in het konijn grijs, maar enkele fokkers hebben de schouder er onder gezet en zijn nu bezig om hem in de kleur blauw, geel, bruin terug te krijgen. De Meissner Hangoor behoort tot de Midden rassen.

De Meissner Hangoor is bij ons in Nederland in 1927 erkend en opgenomen in de standaard.


Standaard eigenschappen:

De Duitse Hangoor is ingedeeld in groep 6.


Puntenschaal Groep 6. Hangoren

Positie Onderdeel Punten
1 Gewicht 10
2 Type, bouw en stelling 20
3 Pels en pelsconditie 20
4 Kopvorm 15
5 Oren: structuur, dracht en lengte 15
6 Kleur en verzilvering 15
7 Lichaamsconditie en verzorging 5

Totaal 100

1. Gewicht

Het gewicht is 3.50 tot 5.50 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

Gewicht (kg)
3,75-3,90 4,00-4,20 4,30-4,77
Punten 8 9 10

2. Type, bouw en stelling

Het type is gedrongen (typegroep C). De bouw is breed in voor en achterhand. De nek is kort en krachtig. Vanuit de nek loopt de ruglijn iets omhoog naar de goed gevulde achterhand, welke kort is afgerond zonder hoekig te zijn. De benen zijn kort, dik en gespierd/ Het ras heeft een lage stelling. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel.
Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.

3. Pels en pelsconditie

De pels is van normale lengte, dicht ingeplant, rijk aan onderhaar, zacht en glanzend.

4. Kopvorm

De kop is sterk ontwikkeld, met breed voorhoofd, breed tussen de ogen, strek ontwikkelde wangen en brede snuit. Het neusbeen is strek gebogen. Bij de ram is een kinknobbel (knoop) toegestaan. Hieronder wordt verstaan een aanhangsel onder de kin, niet aan de keel zo klein mogelijk en goed gevormd.

5. Oren: structuur, dracht en lengte

De oren zijn dik, breed, stevig van structur en aan de top lepelvormig afgerond. De oren hangen met de schaalopening naar de kopzijde gekeerd en vanuit de zijkant gezien, loodrecht naar beneden. Van voren gezien worden ze hoefijzervormig gedragen.
De lengte van de oren, gemeten van punt tot punt, met inbegrip van de schedelbreedte, is 32 tot 38 cm. Door de ombuiging van de oren aan de basis ontstaan op de kop twee zichtbare verhogingen, kronen genoemd. Hoe zwaarder en steviger de oorstructuur, hoe beter deze kronen uitkomen.

Puntenschaal voor de oorlengte:

Oorlengte (cm) 32 33 34-35 36-37 38
Punten 2 2,5 3 2,5 2

6. Kleur en verzilvering

De Meissner Hangoor is erkend in de kleuren konijngrijs, zwart, bruin, blauw, geel, zwart-bont , blauw-bont en bruin-bont. Deze kleuren moeten zo intens mogelijk zijn, om de verzilvering contrastrijk uit te laten komen. Verlangd wordt een gelijkmatige verzilvering over het gehele lichaam, waarbij de nuance van verzilvering ongeveer bij "midden" ligt. De midden nuance heeft een ruimere speling dan bij de zilverrassen. Een regelmatige verzilvering over het gehele dier is belangrijker dan de juiste nuance van verzilvering.

7. Lichaamsconditie en verzorging

Het spreekt vanzelf dat op een tentoonstelling of keuring het konijn in de beste conditie aanwezig moet zijn. Het lichaam is goed bevleesd en gespierd en voelt hard aan. Slappe, magere of te vette dieren zijn ongewenst. De nagels zijn regelmatig en evenwijdig met het loopvlak geknipt, zonder het "leven"te raken, ook de duimnagels. Het gehele dier, met name de pels, de voetzolen, de nagels, de binnenzijde van de oren, de geslachtsdelen en rondom de anus moet schoon zijn. De pels is vrij van klitten. Het oog is helder en tintel van levenslust. Een dier dat aan een keuring mee doet, dient goed getraind te zijn, zodat de aanwezige rasadel door een goede stelling wordt getoond.




Broninformatie uit de konijnenstandaard uit 2007.